- Bereid elk onderdeel goed voor, zowel het spelen als de theorie. Een examen is niet niks – maar ten diepste bereid je je voor op het functioneren in de eredienst. En die taak verdient een optimale voorbereiding.
- Kies stukken die je ruimschoots aankunt en die je nu al goed beheerst. Onder spanning presteer je vaak toch iets minder, en met een te moeilijk stuk of met een stuk dat nog niet helemaal “zit”, kun je zomaar opeens ontsporen.
- Bij certificaat A gaat het vooral om het koraalspel. Onderschat dat niet: een koraal is niet iets wat je er wel even bij doet. Het begeleiden van de gemeentezang, de lofzang gaande houden, is de belangrijkste taak van de organist. Een koraal moet echt ‘staan’, moet overtuigend klinken, geschikt om leiding te geven aan de gemeente. Daarbij hoort een verzorgd toucher, een exact ritme, een kernachtige registratie, een markante inzet van elke nieuwe regel, een vastberaden aanpak.
- Aandachtspunten bij het koraalspel: herhaalde noten (spelen wat er staat, dus wél aanslaan), inzet nieuwe regel (op tijd en duidelijk gemarkeerd), pedaalspel (op genoteerde hoogte, toucher gelijkwaardig aan overige stemmen).
- Er wordt muziek uit verschillende stijlperiodes gevraagd. Daarbij horen ook uiteenlopende speelmanieren en registratieprincipes. Als een koraalvoorspel van Buxtehude niet wezenlijk anders klinkt dan een koraalbewerking van Reger, dan klopt er iets niet. Verdiep je in deze verschillen, bij voorkeur onder leiding van een bekwame docent, en laat die verschillen horen.
- Praktische tip: kies geen lange stukken. In een beperkte tijd moeten veel onderdelen worden beoordeeld. Een lang stuk kost je zelf veel voorbereidingstijd en zal door de commissie niet zo gauw worden gekozen, omdat er anders geen tijd overblijft voor andere onderdelen.
- Bedenk dat muziek maken méér is dan het spelen van de goede noten. Luister veel naar goede uitvoeringen, niet alleen van orgelmuziek maar juist ook van andere muzikale genres, van piano tot symfonie, van kamermuziek tot cantate, van jazz tot… Hoe dan ook, ontdek dat muziek moet leven. Tempo, articulatie en ritmiek kunnen een muziekstuk maken en breken. Zorg alsjeblieft dat het niet saai wordt!
- Van de kandidaten voor certificaat B wordt echt de nodige diepgang gevraagd als het gaat om kennis van de achtergronden, zowel van het kerklied als van de orgelliteratuur. Een organist met certificaat B moet ten slotte binnen een gemeente kunnen fungeren als aanspreekpunt op het gebied van de kerkmuziek, dus dan moet je wel de nodige kennis paraat hebben. Veel informatie word je al op een presenteerblaadje aangeboden via de website van de VGK. Dat is essentieel materiaal. Doe er je voordeel mee!
- Op het examen verschijnen regelmatig kandidaten die geen les hebben van een bevoegd docent of die ooit vroeger wel eens les hebben gehad maar nu niet meer, of die ter voorbereiding op het examen ‘nog eventje een paar lesjes’ nemen. Ook komt de commissie kandidaten tegen die eigenlijk te vroeg examen doen en beter nog een jaar of een paar hadden kunnen doorstuderen. Graag wijst de examencommissie op de mogelijkheid om ruim voor het examen bij Henk Ophoff een les te nemen zodat hij kan bekijken of men al op het niveau van het certificaat A of B speelt. Hij kan dan adviseren en tips geven. Van Linghenhof 16, 7721 JA Dalfsen, tel. 0529 434 029. Klik hier om contact op te nemen met Henk Ophoff.