Het oktobernummer opent met een ‘Intonatie’ van Alle Smith, waarin hij reageert op de ‘Intonatie’ uit het vorige nummer over ‘Grenzen aan het improviseren’.
Jan Smelik publiceert het tweede deel van zijn serie over liturgie en kerklied binnen het Evangelisch Werkverband. In dit deel bespreekt hij het liedrepertoire (de Evangelische Liedbundel en Hemelhoog).
Jan Groenleer vraagt in zijn artikel ‘Het woord bij de daad voegen’ aandacht voor de vormgeving van de inzameling van de gaven.
De rubriek ‘Kerk & popmuziek’ bevat het eerste deel van een tweeluik over popliederen in het Liedboek. Roeland Scherff bespreekt eigenschappen die deze popliederen overeen laten komen met het klassieke liedrepertoire.
In de rubriek ‘Uitgelezen’ is er aandacht voor het artikel van Fulco Timmers uit het tijdschrift Heilig Spel, dat handelt over het kindmoment in de kerkdienst. Ook wordt het artikel van C. van Dam uit Nader Bekeken over kinderen aan het avondmaal aangehaald.
Verder bevat het nummer berichten uit de wereld van liturgie en kerkmuziek. De muziekbijlage is van Arno van Wijk: een variatie, twee intonaties en zettingen over Liedboek 476 (‘Nu zijt wellekome’).