Harmen Trimp opent het nummer met een column (‘Intonatie’) naar aanleiding van het feit dat het dit jaar 90 jaar geleden is dat de generale synode van Middelburg een orde van dienst vaststelde, die daarna decennialang gevolgd werd binnen de gereformeerde kerken.
De Nederlandse Gereformeerde Kerken, die op 1 mei ontstonden uit een fusie tussen GKv en NGK, hebben een nieuwe kerkorde. Jan Smelik bekeek wat er over liturgie en kerkmuziek in deze kerkorde staat. Hij beschrijft tevens hoe de kerkordelijke ontwikkelingen op dit punt waren in de GKv en in de NGK.
René van Loenen schrijft in de rubriek ‘Taal & liturgie’ over de bundel Psalmen Anders. Hij gaat daarbij ook nader in op zijn bewerking van Psalm 92 in deze bundel.
Deel 6 uit de serie ‘Liturgie: waar hebben we het over?’ van Anje de Heer heeft als titel: “De w van wat (of van het Woord?)”. Ze concludeert onder meer: “Het wat van liturgie kan niet zonder een stevige basisstructuur. Het wat van liturgie kan niet zonder de totale mens. Het kan niet zonder het klinkende Woord en niet zonder het gebroken, vergoten en gedeelde Woord!”
Verder bevat het nummer informatie over het nieuwe rooster ‘Lied van de maand’ en het verslag van de laatste jaarvergadering van de VGK. Tevens is er een aflevering in de rubriek ‘Uitgelezen’. Het nummer besluit met een aantal berichten uit de wereld van orgel en kerkmuziek.
De muziekbijlage, over Liedboek 730 (‘Heer, herinner U de namen’) is gemaakt door Jamie de Goei.